SINTE WIVINA VAN GROOT-BIJGAARDEN
(St Wivina van Brabant, St Vivina, St Wivine, StWiwina)
Feestdag : 17 december (soms 19 december)
Leven en legende :
Zij zou rond 1109 geboren zijn in de vooraanstaande familie van Oisy in Artois (Fr) dat toen nog behoorde tot Vlaanderen. Zij groeide op tot een deugdzaam, mooi en bevallig meisje. Dat was ook de reden waarom een wulpse jongeman, genaamd Richward, verliefd op haar werd en haar ten huwelijk vroeg. Maar zij had andere plannen.
Zij wees hem er ten eerste op hoe weinig hoffelijk hij zijn bedoelingen met haar onder woorden had gebracht en bekende hem ten tweede dat ze liever in dienst van Christus wilde verder leven.
Haar ouders bleven echter aandringen op een huwelijk en een huwelijkscontract werd tegen Wivina's zin getekend. Even later werd Richward ernstig ziek, de artsen wisten niet wat aanvangen, men had hem al opgegeven. Toen Wivina dit hoorde bad ze tot God opdat hij Richward zowel lichamelijk als geestelijk zou genezen. En het wonder geschiedde, de ten dode opgeschreven Richward genas.
Hij besefte maar al te goed aan wie hij zijn genezing te danken had, daarom liet hij het huwelijkscontract verbreken, en ging verder als en kluizenaar leven.
Om verdere huwelijksperikelen te omzeilen ontvluchtte Wivina rond 1120 haar ouderlijk huis om samen met haar vriendin Emwara als kluizenaars verder te leven in de bossen in de omgeving van Brussel. Dag en nacht brachten ze er in gebed door, hun voedsel bestond slechts uit kruiden en bronwater.
Eens was ze op reis toen zij bij valavond bij het licht van een kaars de gebeden uit haar gebedenboek wilde opzeggen. Plotseling waaide de kaars uit. Maar op wonderlijke wijze vatte ze even later vanzelf weer vlam zodat zij haar gebeden kon verder bidden.
Toen zij ongeveer drie jaar in eenzaamheid in de bossen doorgebracht hadden kwam hertog Godfried met de Baard, hertog van Brabant tijdens een jachtpartij toevallig bij hun kluis. Hij knoopte een gesprek met hen aan en raakte zo onder indruk van hun godsvrucht dat hij Wivina een stuk land schonk, Bigarden genaamd. De hertog hoopte net als andere vooraanstaande en kapitaalkrachtige uit die tijd dat dankzij deze gift een plaats in de hemel voor hem gereserveerd zou worden. De hertog vroeg ook dat zij ook andere vrouwen zou aanvaarden. Op Bigarden, nu Bijgaarden, bouwde Wivina met de hulp van de monniken van de abdij van Affligem een klooster.
Weldra kwamen nog andere dames hun voorbeeld volgen. Wivina werd de eerste abdis en abt Fulgentius van de abdij stond haar zowel geestelijk als materieel bij. Zij volgden de regel van St Benedictus. Haar spreuk was "Crescas nec decrescas"(Groei en geef niet op).
In 1136 werd het nieuwe klooster erkend door bisschop Nicolas van Kamerrijk. Stilaan ontwikkelde zich dit nieuwe convent dat reeds ten tijde van Wivina een twintigtal koor- en werkzusters telde. Hun bestaansmiddelen kwamen meestal uit de adel en uit schenkingen.
Een keer zou de duivel alle kaarsen in het klosster uitgeblazen hebben zodat alle kloosterzusters angstig in het duister zaten, vol vertrouwen bad Wivina tot God en na enige tijd gingen alle kaarsen vanzelf weer aan.
Wivina zou gestorven zijn op 17 december 1170 en werd in de kerk van haar klooster begraven. Enkele dagen later zou bisschop Alardus van Kamerrijk deze kloosterkerk officieel komen inwijden. Tijdens de processie gingen alle kaarsen plotseling vanzelf uit. Maar toen de processie langs het graf van Wivina kwam ontbrandden ze weer van zelf. Wivina had blijkbaar iets met uitdovende en weer brandende kaarsen.
Ook op haar graf zouden wonderen gebeurd zijn. Ene Nastradus was zo kromgegroeid, dat hij zich alleen maar met behulp van een kruipplankje kon voortbewegen. Maar bij een bezoek en gebed aan het graf van Wivina kon hij plots weer rechtstaan en gewoon lopen. Als dank trad hij in, in een klooster.
Een jonge vrouw met de naam Hetelina werd genezen van razernij en een zekere Innia, die compleet uitgeteerd was door een vierdaagse koorts, verliet weer gezond het graf van Wivina.
In 1796 werd haar gebeente overgebracht naar de Zavelkerk in Brussel. Zowel op die plaats als in de abdij van Bijgaarden, die nu Wivina abdij heet wordt zij nog altijd druk vereerd.
Patrones van :
begijnen ( waarschijnlijk omdat haar feestdag valt op dezelfde dag als deze van de H. Begga van Andenne, die ook beschouwd wordt als de patrones van de begijnen)
Aanroepen tegen :
slecht humeur, besmettelijke ziekten, keelpijn, krop, koorts, pleuritis, halsziekten, oogkwalen, mond- en klauwzeer , veeziekten vooral bij paarden.
Afbeelding en attributen :
- in kloosterhabijt, met staf ( die er op wijst dat ze abdis was ) en zij draagt meestal een boek met daarop een brandende kaars
- soms wordt de kaars door een engel aangestoken
- met een kerk- of kloostermodel in haar hand (als stichteres van een klooster)
- een zeldzame keer ligt en een rund aan haar voeten
Bronnen :
•"Heilige in de lage landen."Ludo Jongen, uitg. Davidsfonds, Leuven ,2005
•"Vroom Vlaanderen." Jaak Venken, uitg. 't Kandelaartje, Hasselt, 1999
•""De heiligen" Stijn Van der Linden, uitg. Contact, Antwerpen , 1999 "Sanctus , meer dan 500 heiligen herkennen." Jo Claes, Alfons Claes, Kathy Vincke, uitg. Davidsfonds, Leuven, 2002
Tekst: Johan P.